Voordat ik zelfstandig keramist werd was ik docent beeldende vorming. Voor mijn eigen plezier maakte ik keramische objecten die gingen over eigentijdse maatschappelijke verschijnselen zoals emancipatie en democratisering, over ME'ers, krakers en vredesdemonstraties. "Men moet van zijn eigen tijd zijn" - een uitspraak van de Franse kunstenaar Honoré Daumier (1808-1879) - werd een lijfspreuk.
In 1988 besloot ik een eigen atelier op te starten en zelfstandig keramist te worden. Omdat ik voor mijn levensonderhoud niet afhankelijk wilde zijn van anderen of instanties, moest daarmee ook "de kost" verdiend worden. Ik had er geen vertrouwen in dat dit zou lukken met geëngageerd werk.
Daarom begon ik met het ontwikkelen van een collectie "bijzondere gebruiks- en siervoorwerpen". Aparte , opvallende objecten in een heel eigen stijl. Strak van vorm, zeer nauwkeurig afgewerkt met veel oog voor détails en met een opmerkelijk kleurgebruik. Daarmee lukte het een bestaan en een zekere naam en faam op te bouwen. Ik bleef het vreemd vinden dat je in de keramiek zo weinig maatschappelijk en politiek geëngageerd werk tegenkomt. Bij mezelf groeide de behoefte om dat soort werk weer te gaan maken. Nu ik al enkele jaren AOW-er ben is de druk om de kost te verdienen met keramiek enorm afgenomen, waardoor ik me vrijer voel die behoefte in te vullen.
|