Keramiek februari 2003
Auteur: Piet Augustijn

Toon Thijs: "In mijn werk worden geometrische en organische vormen gecombineerd"

"Ik ben een echte markttijger. Die voorkeur voor keramiekmarkten is een bewuste keuze", zegt keramist Toon Thijs (NVK) met stellige overtuiging. "Aan die keuze liggen enkele uitgangspunten ten grondslag. Het is niet eenvoudig om als keramist de kost te verdienen met exposities, die vaak een redelijk hoge drempel hebben. Die drempel is voor keramiekmarkten veel lager. Je komt daardoor dichter bij de mensen, brengt zelfs de kunst naar mensen toe. Daarnaast blijkt dat je op die markten heel goed kunt verkopen. In de periode dat ik als beroepskeramist begon (ca. 1988), begonnen ook de markten. Daar ben ik niet meer vanaf gekomen. Hoewel ik de eerste jaren ook kunstmarkten deed, neem ik de laatste tijd alleen nog deel aan kwalitatief goede keramiekmarkten."

Ook de onderlinge contacten spelen een belangrijke rol. "Het is leuk om mensen die iets om keramiek geven op vaste plekken tegen te komen. Van het publiek krijg je vaak positieve reacties op je werk. Die zijn een bevestiging van je bezig zijn met klei. De reflectie van collega's is van belang voor je persoonlijke ontwikkeling in het werk." Tot de belangrijkste nationale en internationale markten waaraan Thijs deelneemt, behoren onder meer Milsbeek, Swalmen, Gouda, Dwingeloo in Nederland, Perth in Schotland, Penrith, Hatfield en Farnham in Engeland, Gmunden in Oostenrijk, Melun in Frankrijk en Frechen, Krefeld en Nürnberg in Duitsland.


Sail

Kleine schildpadschaal - 2001; aardewerk, faience; doorsnede 15 cm, h 5 cm (foto Hubaer Kusters)

Beginjaren
Toon Thijs werd in 1948 in Heeze (NBr.) geboren en heeft sinds 1995 een eigen atelier/galerie in Nijmegen. Van 1971 tot 1974 volgde hij de Academie voor Tekenen en Handvaardigheid in Tilburg (lerarenopleiding) en van 1977 tot 1980 de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem. Zijn docent Ru de Boer wist hem in Arnhem te "winnen" voor de klei, zodat Thijs definitief voor keramiek koos. "Ik kon me daar ontwikkelen zoals ik dat wilde. De Boer gaf me ruimte om te experimenteren en daar heb ik ontdekt wat ik met het materiaal kon doen. Ik wilde geen gebruikskeramiek maken, maar beeldend met klei werken." Om den brode werkte Thijs na zijn opleiding nog acht jaar als docent beeldende vormgeving tot hij in 1988 een eigen atelier startte en zich als zelfstandig keramist vestigde.

De eerste jaren ontstonden er vooral monumentale objecten waarin geen glazuren werken gebruikt om de objecten te kleuren, maar engobes. Vrij werk, waarin vaak een ironisch of humoristisch commentaar op actuele gebeurtenissen of bedenkelijke ontwikkelingen in de wereld waren verwerkt. "Toren van Babel" (1995) behoort tot die werken. Een uit dunne kleipinnetjes opgebouwd werk, dat zowel monumentaal als fragiel is. Geleidelijk ontstonden de werken waarmee Thijs vooral bekend is geworden en die nu tot zijn belangrijkste productie behoren. Het zijn bijzondere gebruiks- en siervoorwerpen met een eigen gezicht, waarin niet het dagelijks gebruik en de functionaliteit voorop staan, maar wel een aparte vorm of een grappig idee. Voorwerpen die kleurrijk en strak zijn, maar tevens organisch en humoristisch ogen.


Discusvaas 'Apollo' - 1998; aardewerk, faience; 35x28x15 cm (foto Jan Oehlen)

Basisvormen
Opvallend in de unica en multiples van Thijs is de heldere basisvorm. Bol, cilinder en kegel vormen de uitgangspunten voor objecten waarin geometrische vormen worden gecombineerd met organische elementen. "De opleiding in Tilburg is cruciaal geweest voor mijn ontwikkeling", zegt Thijs daarover. "Je moest heel abstract werken en vaak geometrische vormen als uitgangspunt hanteren. Heel Bauhaus-achtig. Ik heb echter altijd interesse gehad in meer organische dingen - die in de academietijd overigens "not done" waren - zodat ik met de geometrische vormen ging spelen: ze aantasten, doorboren, er vormen aan ging toevoegen. Dat is nu nog mijn uitgangspunt. Alle schalen bijvoorbeeld zijn ontstaan uit segmenten van een bol, aan een cilindrische vaas wordt een dekseltje met organische vormen toegevoegd. Een bolletje met een steeltje gebruik ik als deksel voor een kegelvormig potje. Met heel kleine veranderingen kun je de betekenis van een ding veranderen. Een steeltje waar twee stippen op zitten, wordt een wezel, met een puntje eraan een vogel."

Faience?
De "plateaus" zijn bolsegmenten waar Thijs door middel van ingrepen een landschappelijk karakter aan heeft gegeven. In de oppervlakte van de klei worden structuren aangebracht, in een holte aan de platte kant worden elementen verwerkt die de oppervlakte verstoren of door de wand heengaan. De vazen en potten krijgen een deksel waarin de snavel van een vogel te herkennen is. "Al mijn werk is een combinatie van mathematische en organische elementen", concludeert Thijs.
Werd zijn werk aanvankelijk uitsluitend gekleurd met engobes, de laatste jaren werkt Toon Thijs met een arsenaal aan kleurtjes, Vooral kleurverloop speelt in de decoratie van zijn werk een hoofdrol. Hij besteed veel tijd aan de glazuuropbouw en het aanbrengen van de verschillende dunne kleurlagen; in vaktermen faience genoemd. Door deze technische toepassing krijgen de objecten "diepte" op de wanden en laat de huid zich lezen als een schilderij, een aquarel. De gerealiseerde objecten hebben een herkenbaar, eigen handschrift. Ze hebben een eigen uitstraling, waarin de typering siervoorwerp op z' n plaats is. Voor het meer geëngageerde werk, zoals de schalen met teksten van Nescio uit de jaren negentig, heeft Thijs nauwelijks tijd meer. Ze zijn bewerkelijk, maar hebben een onmiskenbaar poëtische lading. En ze zullen zeker nog terugkeren in zijn werk.

Toon Thijs voert naast vrij werk ook opdrachten uit. Vooral kleinere series, die als relatiegeschenk gebruikt kunnen worden. Naast eigen werk exposeert hij in zijn galerie in Nijmegen ieder kwartaal werk van andere kunstenaars uit binnen- en buitenland. Bovendien is er meestal werk van verschillende keramisten, waaronder Geoff Cox (GB), Eddie & Margaret Curtis (GB), Horst Göbbels (D), Netty Janssens (NL), Stan Linssen (NL), Ronny Seeuws (B), Ardine Spitters (F) en Carla Teer (NL).


Kanopen - 1995; aardewerk, faience (foto Guy Depauw)